
Het gebeurt echt regelmatig. Op een bruiloft, tijdens een shoot, of die ene oom (met een potje bier op) tijdens het feest. Iemand kijkt naar mijn camera en vraagt met een zwaar Brabants accent: “Kostta ding nou eigelijk?” Vaak met een mix van nieuwsgierigheid en verbazing, en soms afgesloten met een grapje: “Ah, daarom zijn fotografen zo duur.”
En eerlijk: ik snap die vraag wel. Het is natuurlijk een wat indrukwekkend apparaat. Zwaar, groot, aan zo’n apart harnas en met knoppen waar geen einde aan lijkt te komen. Het straalt iets uit van: dit zal wel serieus spul zijn. Dus mensen denken automatisch: dát zal wel “wà kostuh”.
Maar hier komt het eerlijke antwoord: Ja, dat kost geld. Een goede camera kost nou eenmaal geld. Vaak meerdere duizenden euros. En dan heb je alleen nog maar de body. Lenzen? Nog eens een paar duizenden euro’s. Flitsers, accu’s, geheugenkaarten, backupsystemen, software, verzekeringen – het stapelt snel op.
Maar toch: de camera is niet wat je betaalt als je een fotograaf boekt. Er staat geen post “Materiaal” op het factuur.
De camera is een gereedschap. Net als een goede oven voor een bakker, of een gereedschapskist voor de timmerman. Belangrijk, zeker. Maar wat je echt betaalt, is degene die ermee werkt. Het zichtwerk. De ervaring. Het gevoel voor timing. Het vermogen om mensen op hun gemak te stellen. Om een verhaal te zien in een split second en dat te vangen in beeld.
Want je kunt met een dure camera nog steeds een slechte foto maken. En met een simpel toestel een briljante, als je weet wat je doet.
Dus wat kost zo’n camera? Best veel. Maar de échte waarde, die staat achter die camera (vanaf de klant gezien). Dáár zit het echte verschil.
Geef een reactie